Geschreven door Dafne
Dit zijn mijn lieve ouders, Eric en Alies. Ze zijn allebei in Nederland geboren, maar mijn moeder is Nederlands en mijn vader heeft Surinaamse roots. Allebei kunnen ze fantastisch koken. Door deze mix ben ik opgegroeid in twee (eet)culturen en kregen we gerechten uit allerlei verschillende buitenlandse keukens, maar ook de Nederlandse keuken, voorgeschoteld. Wij waren benieuwd hoe zij het zelf hebben ervaren om in een familie met een andere eetcultuur terecht te komen en hoe zij zo lekker hebben leren koken.
Mam, hoe was het om als Nederlandse in een Surinaamse familie te komen?
Alies: “Het Hollandse gezin waarin ik ben opgegroeid met mijn drie zussen was 36 jaar geleden al aardig internationaal ingesteld: een vader die veel reisde voor zijn werk, een moeder die in Genève had gewoond, ons gezin dat twee jaar in Amerika woonde. Mijn ouders waren heel gastvrij en we hadden regelmatig mensen uit het buitenland te logeren uit hun netwerk. Dat had ook zijn weerslag op de gerechten die wij aten. Naast oer-Hollandse maaltijden als stamppot, AVG of spruitjes, kookte mijn moeder ook bijvoorbeeld Indische of Frans georiënteerde gerechten (artisjokken) en hield zij ervan recepten uit te proberen. De Surinaamse keuken kenden we alleen nog niet. Toen we dan ook via de kerk in contact kwamen met de Surinaamse familie van Eric was dat zeker een verrijking. We maakten kennis met nieuwe smaken. Met name mijn vader en oma (Erics moeder) hadden een grote klik met elkaar. Zelf voelde ik me snel thuis bij het gezin met twee stoere zoons en een jonger broertje en zusje. De echte cultuur onderging ik eigenlijk pas toen ik echt in de familie kwam.”
Pap, wat was het eerste wat je opviel qua eetgewoonten toen je voor het eerst bij de familie van mama thuis kwam?
Eric: “Wat erg opvallend was, was de manier van koken. Eén van mijn favoriete gerechten van oma (de moeder van Alies) was de gebraden kip in het pannetje die al op zaterdag werd gemaakt, een nacht doorsudderde en op zondag werd opgediend. Super gaar en barstensvol smaak zonder al te veel poespas met kruiden. Dat kennen we niet zo in de Surinaamse keuken.”
Mam, hoe ervaarde je de Surinaamse eetcultuur bij papa thuis?
Alies: “Eten is dé sociale bezigheid in Suriname: veel en smaakvol! De keuken is heel gevarieerd vanwege alle bevolkingsgroepen die vertegenwoordigd zijn in het land. Hier heb ik ook geleerd om met mijn handen te eten; zo eet je Roti op zijn best! Waar ik nog steeds aan moet wennen is wanneer oma (Erics moeder), zodra we wakker zijn vraagt: “Wat eten we vandaag?” Terwijl ik daar nog helemaal niet aan gedacht heb of aan wil denken; dat zie ik ‘ s avonds wel. Bij haar thuis word je wakker met de geur van gebraden kip of sambal. Dat zal bij ons thuis niet snel gebeuren. Daarnaast is de hoeveelheid eten typerend voor de Surinaamse eetcultuur. De hoeveelheden waarin ik kook zijn hierdoor ook veranderd; liever teveel schalen op tafel dan te weinig! Te veel rijst of vlees kan je altijd invriezen. Maar wat ik van mijn eigen moeder in ere houd is dat we niet uit de pan eten maar alles altijd gezellig in schalen en schaaltjes serveren; dan vind ik de gerechten er toch het smakelijkst uitzien! En elk jaar in augustus eet ik haar artisjokken met het enige echte onweerstaanbare sausje!”
Die zijn inderdaad heerlijk! En mam, hoe heb je geleerd om gerechten uit de Surinaamse keuken te maken?
Alies: “Toen het duidelijk werd dat Eric en ik samen verder wilden, vond oma het belangrijk dat haar zoon goed te eten zou krijgen van zijn vrouw. Bij elk bezoek werd ik dan ook in de keuken geroepen, al zaten we net knus op de bank, en kreeg ik kookles. De timing was niet altijd perfect, maar achteraf ben ik blij dat ik veel geheimen uit deze overheerlijke keuken me eigen heb kunnen maken. Zoals bijvoorbeeld Pom, Roti, Pastei, Sopropo en natuurlijk Saoto, ‘zoute soep’. Het schriftje waarin ik alle recepten opschreef heb ik nog steeds en wordt trouw gebruikt. De recepten van Pom en Saoto zoals ik van oma heb geleerd zijn de beste; nergens heb ik betere geproefd, zelfs niet in Suriname.”
Pap, heb jij deze kookkunsten ook doorgekregen van oma?
Eric: “Oma was vrij directief als het om koken ging. “Kom in de keuken ik moet je wat leren” was het commando waarmee je lessen begonnen. Puur de kunst afkijken en alle aanwijzingen volgen, zo werkte dat. Wat ik het meest leerzaam vond, is hoe ze op het oog en uit de losse pols precies kon inschatten welke hoeveelheden ingrediënten nodig waren; de keukenweegschaal of maatbekertjes kwamen er weinig aan te pas!”
En hoe vond je het dat mama kooklessen kreeg van oma?
Eric: “Oma was genadeloos in de discipline van haar kookles. Ik vond het heel dapper hoe Alies dat allemaal met een glimlach onderging. Op den duur accepteerde mijn moeder ook dat zij sommige recepten naar eigen smaak aan paste (Roti bijvoorbeeld) Ze kreeg daar welgemeende complimenten voor. Beter kun je het niet doen in Suriname!”
Lekker mam! Zijn er daarnaast bepaalde Surinaamse of Nederlandse eettradities of eetgewoontes die jullie samen hebben overgenomen?
Samen: “Vanuit onze gezinnen hebben we geleerd over de grenzen te koken. Dat kan Surinaams zijn, Nederlands maar het ambachtelijk Italiaanse eten of de Indiase keuken staan ook regelmatig op het menu. Inmiddels hebben we zelf ook veel gereisd en ‘over de grens gegeten’; de gerechten proberen we dan thuis ook graag uit. Het leuke aan Nederland is dat je altijd wel ergens de bijzondere ingrediënten kunt kopen; of het nou Grieks, Libanees of Indisch is. Dat missen we vaak in het buitenland. In Nederland zijn we daarin wel erg verwend!”
En zijn er ook verschillen?
Samen: “Onze eigen gezinscultuur verschilt wel degelijk van de Surinaamse eetcultuur. In Suriname eet je met een vork en lepel en schep je op uit de pan (dan blijft het warm!). Terwijl we in onze eigen gezinscultuur met vork, mes en lepel eten, aan een gezellig gedekte tafel met wijn en een kaars. Opscheppen doe je uit schalen en natafelen hoort erbij. Het grootste verschil met onze beide gezinnen is dat ook Eric erg van koken houdt, in tegenstelling tot onze beide vaders! Toch is Alies juist degene die de Surinaamse gerechten bereidt.”
Hoe hebben jullie de mix van culturen aan ons (de kinderen) geprobeerd mee te geven?
Samen: “Het mooie van onze gemixte achtergrond is dat je - in onze ogen - het beste uit beide culturen kan integreren in je eigen leven. Verder kijken en eten dan je eigen grenzen is belangrijk. Je kan zomaar verrast en verrijkt worden! Dit probeerden we jullie ook mee te geven in onze reizen naar andere continenten. En zo te zien, lijkt dat aardig gelukt; ook jullie zijn geïnteresseerd in andere culturen en eten met smaak ‘over de grens’.”
Comments